Een koto is een vrouwelijke creoolse klederdracht, die vroeger door de negerslavinnen werd gedragen. Het is een wijduitstaande Surinaamse jurk in bonte prints.
Je ziet ze, net als Volendamse of Zeeuwse klederdracht, bijna niet meer in het gewone straatbeeld. Maar bij feestelijke gelegenheden zie je ze nog wel.
De kotomisi's die "all the way" gaan hebben niet alleen een 'jaki' ( kort jasje) met linten achterop maar ook een 'anisa' (een haarband of hoofddoek) en een 'pangi' ( soort shawl) over de schouder. De koto en het jaki moeten veel stijfsel hebben, dit voorkomt het smoezelig worden terwijl de plooien dan ook goed vallen.
KLEDINGGEHEIMTAAL
Het leuke van deze klederdracht zit hem in de geheime taal die de kotomisi ermee kan communiceren. Met de anisa drukt zij haar gemoedstoestand uit.
In de manier waarop de linten van de jaki gevouwen zijn laat zij blijken of ze nog 'beschikbaar' is of niet. Draagt zij de pangi over de linkerschouder dan heeft zij de ware al gevonden.
Bij diepe rouw draagt de kotomisi donkerblauw of wit. De donkerblauwe stof heet 'grien blaka'. Niet moeilijk vertalen he uit het Sranang tongo!
De kotomisi kan alleen al met de soort stof die ze draagt een statement naar haar omgeving maken. Deze stof bijvoorbeeld heet:
Of wat denk je van:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten