MET DE PICOLET OP DE MOBILET

Om bij zonsopkomst de vogels te horen fluiten kunnen we normaal gesproken gewoon in bed blijven liggen. Maar omdat we van een avontuurtje houden en nog nooit een vogelfluitwedstrijd hebben meegemaakt, gaan we bij nacht-en-ontij in het pikkedonker met de dinghy naar de kant waar een taxi op ons staat te wachten. 


We hebben 'ergens' gehoord dat de bewuste wedstrijd op het onafhankelijkheidsplein in Paramaribo  een kwartier duurt en ongeveer tussen 6 en 8 uur plaatsvind. In de hoop dat we niet in het ootje worden genomen staat de wekker op half vijf... 

Als we om 6 uur arriveren is er nog geen kip laat staan een vogel te zien.
De taxichauffeur stelt ons gerust " ze komen waarschijnlijk wel hoor "...

We zien wel, eerst maar even een koffie scoren aan de waterkant. Dat is om deze tijd niet eens zo makkelijk, een biertje is meer op zijn plaats tussen alle muziek en feestgangers, maar het lukt!

Als we na een half uurtje weer de kant van het wedstrijdterrein op stiefelen, zien we de eerste vroege vogels. 
Op het brommertje ( mobilet), het dak van de auto of aan het verkeersbord zien we de eerste vogelkooitjes hangen. 
De trotse eigenaren vertellen graag en veel over hun twatwa, picolet of roti ( geen eten maar soort klein roodborstje), gelebekjes zijn er niet die zijn blijkbaar zeldzaam.

Onervaren vogeltjes, wordt ons vertelt, zijn bang voor vreemde geluiden, roofvogels en vrachtwagens en van  blanke mensen met petten en brillen moeten ze helemaal niets hebben... groot is de consternatie onder de vogel-eigenaren als er een vrouw met lang blond haar in de buurt komt. Ze kunnen haar met hun ogen wel dood kijken en alle vogels fladderen angstig in hun kooitje! 

Vandaag blijkt er helemaal geen wedstrijd te zijn " nou dan praten we wat met elkaar en voor de vogels is het een goede generale repetitie". 
Misschien is er volgende week een wedstrijd maar het kan ook de week erna zijn.
Het is al-met-al wel gezellig en ontspannen en duidelijk ook een kwestie van 'zien en gezien worden'.

Het wedstrijdonderdeel in Suriname is: zo vaak mogelijk binnen een kwartier fluiten ( blijkbaar zingen ze niet?) dus met onderbrekingen. 
In Frans Guyana is het juist de kunst om zo lang mogelijk te fluiten. 

Je ziet de - meestal- mannen met hun vogel in een kooitje overal in Paramaribo op straat rondlopen of op hun brommertje rijden. Ze laten ze zo wennen aan alle soorten geluiden en beweging zodat ze minder gestresst zijn op een wedstrijd. 

De vogels worden verwend en 'geprikt' d.i. ze krijgen vitamine E en worden uitgedaagd veel te fluiten. Prikken is de term die ze gebruiken voor het vantevoren ophitsen door ze even bij een vrouwtje te zetten.

Een blijkbaar rijke Surinaamse industrieel wordt afgunstig nagekeken " hij heeft heel veel vogels, daar heeft hij al miljoenen aan besteed, hij wint vaak wedstrijden vooral met twatwa's die zijn ook het duurste. Het is net als bij voetbal als je geld hebt kun je de beste kopen... maar gelukkig wil dat niet zeggen dat je dan altijd wint"

Een twatwa met een goede wedstrijd reputatie brengt al gauw 20 tot 30.000 euro op... 

We zien een stuk of 20-30 kooitjes op een paal in het gras staan. Het is, volgens de kenners, helemaal niet druk op het plein "als er een wedstrijd is zijn er veel meer". 
Dan is het plein ook ingedeeld in 3 vakken. Een voor elke vogelsoort. En vervolgens moet er gejureerd worden, dat wordt door 2 mensen gedaan die turven hoe vaak er gefloten wordt. 
Het wachten is dan meestal op de jury en DAT schijnt het moeilijkste deel van de wedstrijd te zijn.

Wij kijken er NU al naar uit!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten